Initiatieven zoals in het Rivierengebied zijn van grote waarde om vluchtelingen die in Nederland mogen blijven aan het werk te helpen. Het kan voor de werkgever ook een kans zijn om vacatures te vervullen. Dat zegt Margreet van Beem, woordvoerder van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over het inzetten van statushouders, vluchtelingen met een verblijfsvergunning, in de bouwsector. Dit was ook het onderwerp van BNR Bouwmeesters op 9 november.
Bouwmensen Rivierengebied heeft onlangs een award gewonnen in de categorie ‘Beste Bedrijf’ bij de VluchtelingenWerkAwards. Bouwmensen Rivierengebied zorgt ervoor dat statushouders via een scholings- en werkervaringstraject in de bouwsector aan de slag kunnen.
Volgens Van Beem zitten er tussen de groep nieuwkomers ‘genoeg mensen’ die al de nodige opleidingen en werkervaring hebben en die dat zo kunnen inzetten in Nederland, van laaggeschoolde bouwvakkers tot ingenieurs. “Een andere groep kan met een aantal gerichte opleidingen ook snel aan de slag op de Nederlandse bouwplaats. En dat mag ook, want iedereen die in Nederland een verblijfstatus krijgt, kan gewoon gaan werken. Hiervoor zijn geen aparte vergunningen nodig.”
Ondersteunen
De woordvoerster van minister Asscher meent dat het laatste jaar veel in gang is gezet om vluchtelingen snel kennis te laten maken met Nederland, vroeg te beginnen met taalles en vanaf dag één aan de slag te laten gaan met hun participatie in Nederland. “Hiermee leggen we de bal voor het doel. Die laatste match tussen de nieuwkomer en de baan kunnen wij echter niet organiseren. Het is goed te zien dat de bouw deze rol oppakt en Bouwend Nederland kan een rol spelen om initiatieven zoals in het Rivierengebied breder te verspreiden in de eigen sector. Waar wij kunnen helpen zal de overheid dit ondersteunen en breed onder de aandacht brengen.”
Van Beem wijst ook op de website www.werkwijzervluchtelingen.nl. “Hier kunnen werkgevers informatie vinden over initiatieven in de bouwsector, maar ook in andere sectoren. En staat praktische informatie en mogelijkheden voor ondersteuning bij het aannemen van iemand met een vluchtelingenachtergrond.”